Between Writing & Type: the Stencil Letter

  • STE_Stencil_Flyer_T
Introductie

Sjabloneren met letters gebeurt al meer dan vijf eeuwen lang, misschien wel veel langer. Hoewel sjabloneren overduidelijk schrift noch typografie is, neigen de gebruikte technieken en het verkregen eindresultaat vaak in die richting. Een rijke selectie, deels theoretisch omschreven als schrift, deels als typografie, vormt het onderwerp van deze kleine tentoonstelling. Daarnaast toont de verzameling ook een uiteenlopende reeks sjabloonletters die aanleunen of bij schrift, of bij typografie, maar die er net zo goed middenin, of ver daarbuiten, kunnen worden gesitueerd.

Het eerste programmatisch gebruik van sjabloonletters vinden we terug onder de vorm van het manuscript. Ongeveer vanaf het midden van de zeventiende eeuw, waarschijnlijk voor het eerst in Frankrijk, werden sjablonen gebruikt bij het zetten van gezangen in grote liturgische werken, teksten waarvan de letters voordien handgeschreven of nauwkeurig getekend waren. Het mogelijk verlies van dynamische beweegbaarheid — van de lettervorm en de spatiëring — moet voor de zogenaamde sjabloonmaker of -zetter onmiddellijk opgevallen zijn tijdens het maken van een compositie met sjablonen. Om dit verlies op te vangen werden de sjabloonplaatjes technisch verbeterd wat de sjabloonzetter op zijn minst de mogelijkheid gaf de spatiëring en de uitlijning langs de basislijn bij te bewerken. Deze kenmerken gaven de tekst een afgemeten, semi-mechanisch aanzicht — met andere woorden, een aanblik van gedrukte letters of typografie.

Waar precies tussen het schrift en de drukletter men ze positioneert, het soort van werk waarbij sjabloonletters gebruikt worden, vraagt meestal niet meer dan conventionele lettervormen. Maar het sjabloneren kan meestal niet gebeuren zonder ‘onderbrekingen’ in de lettervormen aan te brengen, die dienst doen als de noodzakelijke ‘overbruggingen’ in de sjabloonplaatjes. Deze onderbrekingen geven de letters hun karakteristieke, onconventionele uiterlijk. Het grafisch effect dat sommigen als kenmerkend beschouwen, is voor anderen louter een technisch residu zonder waarde dat zoals conventie het wil, weggewerkt dient te worden. Meestal werden de onderbrekingen in de lettervormen eenvoudigweg met pen of penseel met inkt opgevuld. Een meer creatieve oplossing voor het ‘probleem’ was het opdelen van de letters in losse stukken die —als ze na elkaar worden gesjabloneerd— een volledige lettervorm zonder onderbrekingen doen ontstaan. Soms werden de onderbrekingen echter naadloos in het letterontwerp opgenomen zodat ze volledig verdwenen in de stijl van de sjabloon.

  • STencil set for Duflo, pharmacist, France, 19the century
Stencil set for Duflo, pharmacist, France, 19th century

Als je de sjabloonletters aandachtig bekijkt kan je meestal afleiden welke methode en gereedschap er gebruikt werden om ze te vervaardigen. Sjablonen uit papier, karton, kunststof of metaal (veelal messing, koper, zink of nikkelzilver) werden meestal op één van de volgende drie manieren vervaardigd: uitgesneden met een schaar, mes of beitel; een letter tekenen in etsgrond, en daarna etsen met zuur (enkel bij metalen sjablonen); of door middel van stempels of ponsen. Elk van deze instrumenten en werkwijzen hebben bepaalde karakteristieke vormen of leunen daarbij aan. Tekenen en schrijven in etsgrond bijvoorbeeld, zijn het best voor fijne, delicate en in detail uitgewerkte lettervormen. Snijden en ponsen werken daarentegen uitstekend om eenvoudige, robuuste ontwerpen te bekomen. De lettervormen die met stempels werden gemaakt, waren doorgaans niet groter dan 25 mm en hoewel ze ook erg klein kunnen zijn (minder dan 3 mm), zijn ze op die grootte sterk vereenvoudigd. Door te etsen konden zelfs nog kleinere letters verkregen worden, die nog meer gedetailleerd waren uitgewerkt. Snijden met beitels of messen is vooral efficiënt voor grotere lettervormen. De beitels produceren regelmatig gesegmenteerde lijnen en curves. En ga zo maar door. Soms is het echter moeilijk te achterhalen hoe de sjablonen gemaakt werden. Maar in andere gevallen kan een nogal onconventionele manier van vervaardigen waargenomen worden.

Hoewel ze tot midden zeventiende eeuw slechts met tussenpozen verschenen, zijn sjabloonletters vanaf dan voortdurend in gebruik in het huidige noorden en oosten van Frankrijk, het zuiden van België, en het westen en zuiden van Duitsland, vanwaar hun toepassing zich kennelijk verder verspreidde. Er zijn duidelijk periodes geweest waarin sjablonen populair waren. In de achttiende eeuw, bijvoorbeeld, belichaamden de sjabloonletters en de ornamenten de decoratieve eigenschappen van de open omkaderingen en randen die opgebouwd werden uit afzonderlijke maar in elkaar vloeiende geïntegreerde deeltjes, uit botanische motieven en uit een brede waaier van partikel-gebaseerde eenheden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden —vooral in Noord-Amerika— alledaagse teksten in commerciële en huishoudelijke omgevingen door sjablonering aangebracht, wiens ‘boodschap’ een stoere onafhankelijkheid uitstraalde. Aan het begin van de twintigste eeuw pasten kunstenaars, architecten en ontwerpers sjabloonletters en sjabloonachtige letters toe als een expressie van techniek en bouw, als een mechanisch bepaalde vorm of als vormen die als basisprincipe van constructie passen binnen bredere visuele strategieën. 

Tijdens de periode die in deze tentoonstelling aan bod komt werden heel wat beletteringen uitgevoerd en verbeterd door middel van het sjabloneren. De sjabloon zelf heeft zich een uitstekende vorm en een eenvoudige hanteerbaarheid aangemeten en maakt deze kwaliteiten beschikbaar, in het bijzonder voor de leek in het beletteren. Hoewel het resultaat meestal eenvoudig en alledaags leek, was het ongetwijfeld handig. Afgezien van hun praktische toepassing waren de sjabloonletters en het werk dat ermee gemaakt werd soms heel origineel, zelfs inspirerend. 

  • liturgical book, prayer book
Left: Page from stencilled liturgical book, ‘Graduale et antiphonale ad usum S. Ludovici domus regiæ Invalidorum’, parchment, 1682, Paris, 800 x 570 mm | Right: Page from prayer book, ‘Preces Latinæ’, cut paper back by green silk, made by Diego de Barreda, c. 1600, Spain, 100 x 70 mm

Tijdlijn sjabloonletters

15e eeuw – begin 17e eeuw. Restanten van beschadigde sjabloonletter: ecclesiastische fries (Urschalling am Chiemsee, Bavaria, 15e eeuw); een alfabet van grote kapitalen (Nuremburg, Johann Neudörffer d.Ä, c. 1550), handgemaakte gebedsboeken (Spanje en Frankrijk, einde 16e eeuw – begin 17e eeuw). Sjablonen werden gemaakt van papier of karton en zeer waarschijnlijk uitgesneden met een mes.

Vanaf mid 17e eeuw. Gesjabloneerde liturgische boeken; gesjabloneerde elementen worden o.a. gebruikt in psalmen en de muzieknoten, titels, initialen en (later) decoratie. Dit werk werd vooral uitgevoerd in kloosters, waarschijnlijk eerst in Frankrijk en later in heel Katholiek West- en Zuid-Europa. Het werd op sommige plaatsen voortgezet tot in de latere decennia van de 19e eeuw en waarschijnlijk later met wisselend —maar doorgaans verminderend— succes. Sjabloonletters werden ook gebruikt voor opschriften aangebracht op binnenmuren, en voor sommige godsdienstige boeken. Sjablonen werden gemaakt van messing of koper en uitgesneden met een schaar, mes, of beitels, of door middel van etsen.

1669. In Parijs, het dupliceren met behulp van sjablonen werd beschreven en uitgetest door de Nederlandse wiskundige, natuurkundige en astronoom Christiaan Huygens.

Eind jaren 1690 – 1701. In Parijs, Gilles Filleau des Billettes beschrijft een methode van tekst sjabloneren door middel van speciaal daarvoor gemaakt gereedschap; illustraties van het gereedschap door graveur Louis Simonneau.

Vanaf 18e eeuw. Sjablonen en sjabloonletters gebruikt voor seculiere toepassingen , waaronder het decoreren van boeken, grafplaten en briefpapier, voor het markeren van eigenaarschap in boeken, en om briefhoofden, cartes de visite, en etiketten voor pharmaceutische producten en andere verpakte goederen.

Vanaf mid 18e eeuw. Sjabloonmakers in East Anglia en elders in Groot-Brittannië leveren verfijnde gegraveerde (geëtste) heraldische sjablonen voor boekplaten en voor het markeren van eigenaarschap.

December 1781. In Parijs, Benjamin Franklin koopt een set van meer dan 400 sjablonen gemaakt door Jean Gabriel Bery.

Vanaf eerste helft vd 19e eeuw.
In Groot-Brittannië, sjablonen worden gebruikt door architecten, ingenieurs en opzichters voor letters en andere grafische tekens bij het technisch tekenen.

Vanaf jaren 1840. In de Verenigde Staten, tal van sjabloon-gerelateerde uitvindingen voor privé en commercieel gebruik, waaronder letter stempels (Fulham patent, 1860), beletteringsschijf (Tarbox patent, 1868), verzetbare eenheden (wat leidde tot de Adjustable Stencil, Reese patent, 1874), de sjabloonmachine (Bradley patents, 1890s) en vele andere.

Vanaf c. 1860. Reeksen sjabloonstempels vervaardigd in de Verenigde Staten door A.J. Fulham en S.M. Spencer worden te koop aangeboden aan ambulante sjabloonmakers die het land afschuimden om gesjabloneerde naamplaatjes aan het grote publiek te leveren. De plaatjes werden gebruikt om kleding, boeken en andere voorwerpen en eigendommen te markeren.

1869. Mark Twain schrijft over het bestaan van sjabloon naamplaatjes en publiciteit in The innocents abroad (1869), The Galaxy magazine (1870) en A Connecticut Yankee in King Authur’s Court (1889).

c. 1880. ‘Stencil Gothic’, de eerste drukletter gebaseerd op sjabloonletters, uitgegeven door MacKellar, Smiths & Jordan, Philadelphia.

1911/12. Georges Braque gebruikt als eerste typisch Franse sjabloonletters in de voor woordfragmenten in het Cubistisch schilderij Le Portugais. Andere schilders volgen, waaronder Picasso, Carlo Carrà en Amadeo de Souza Cardoso.

c. 1923. Le Corbusier gebruikt sjablonen voor titels en labels op architecturale tekeningen.

c. 1928/29. Futura Black uitgebracht door the Bauer’sche Giesserei, Frankfurt a.M., toegeschreven aan Paul Renner. Vergelijkbare letterontwerpen zijn onder meer Europa (Walter Cyliax), Transito (Jan Tschichold) en Braggadocio (W.A. Woolley).

Vanaf c. jaren 1920. W.A. Dwiggins ontwerpt en snijdt sjablonen in kunststof voor belettering, decoratie and illustratie.

1937. ‘Stencil’, twee verschillende fonts uitgebracht onder deze naam door American Type Founders (Gerry Powell) and Ludlow Typograph (R. H. Middleton), gebaseerd op typische sjabloonletters voor Noord-Amerika.

Vanaf jaren 1950. Noord-Amerikaanse sjabloonletters worden gebruikt  in schilderijen van Jasper Johns, Robert Indiana, en anderen.

Jaren 1980. Gesjabloneerde graffiti in Parijs; eind jaren 1990 populariteit breidt uit naar Groot-Bittanië, vervolgens wereldwijd.

Vanaf c. jaren 2000. Hernieuwde interesse in stencil fonts bij letterontwerpers.

 Sommige data zijn van voorlopige aard omdat steeds nieuwe voorwerpen worden gevonden. 

Colofon

Curators exhibition: Eric Kindel & Fred Smeijers
Exhibition management: Catapult & OurType
Type direction: Fred Smeijers
Text: Eric Kindel
Publication design: Catapult
Typeface (Publication): Ludwig by Fred Smeijers, OurType
Print: Drukkerij De Bie
Number: 1000
ISBN: 9789491054013

Wil je op de hoogte blijven van al onze activiteiten en tentoonstellingen?
Schrijf je in op onze nieuwsbrief